Vertaling van wrak

Inhoud:

Nederlands
Duits
wrak, scheepswrak {zn.}
Wrack [o] (das ~)
aftands, bouwvallig, gammel, uitgeleefd, uitgewoond, wrak {bn.}
abgelebt
baufällig
gebrechlich
hinfällig


Gerelateerd aan wrak

scheepswrak - aftands - bouwvallig - gammel - uitgeleefd - uitgewoond