Vertaling van zakken

Inhoud:

Nederlands
Duits
afdalen, zakken, dalen {ww.}
fallen
hinabfliegen
herunterfliegen
herabfliegen
heruntersteigen
talabwärts fließen
abfallen
bergab gehen
hinuntergehen
hinabgehen
heruntergehen
herabgehen
hinuntersteigen
hinabsteigen
hinunterfliegen
sich senken
herabfahren
abschüssig sein
herunterfahren
talwärts fließen
hinabfahren
hinunterfahren
herabsteigen

wij zakken
jullie zakken
zij zakken

wir fallen
ihr fallt
sie fallen
» meer vervoegingen van fallen

Ik wil niet zakken voor mijn examens.
Ich will nicht durch meine Prüfungen fallen.
dalen, lager worden, naar beneden gaan, zakken {ww.}
sinken
heruntergehen
sich senken
sich herablassen
sich erniedrigen
niedrig werden

wij zakken
jullie zakken
zij zakken

wir sinken
ihr sinkt
sie sinken
» meer vervoegingen van sinken

tas, zak (mv. zakken) {zn.}
Sack [v] (die ~)
Beutel [m] (der ~)
Ik heb gisteren een kat in de zak gekocht.
Gestern kaufte ich eine Katze im Sack.
zak (mv. zakken) [m] {zn.}
Tasche [v] (die ~)
Iemand heeft mijn zak weg genomen.
Jemand hat meine Tasche weggenommen.
Wat heb je in je zak?
Was hast du in deiner Tasche?
doos [v], bak [m], etui [o], foedraal [o], koker [m], korf [m], pot [m], zak (mv. zakken), vat [o], kist [v], fles [v], krat [o], emmer, kruik, urn {zn.}
Besteck [o] (das ~)
Krug [m] (der ~)
Behälter [m] (der ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik wil niet zakken voor mijn examens.

Ich will nicht durch meine Prüfungen fallen.

We stopten het fruit en de groenten in zakken.

Wir verpackten Obst und Gemüse.

Kan je de prijs een beetje laten zakken?

Könnten Sie den Preis etwas reduzieren?

De oude man belaadde zijn muildier met zakken zand.

Der alte Mann belud sein Maultier mit Sandsäcken.


Gerelateerd aan zakken

afdalen - dalen - lager worden - naar beneden gaan - tas - zak - doos - bak - etui - foedraal - koker - korf - pot - vat - kist