Vertaling van zemelen

Inhoud:

Nederlands
Duits
zemelen {zn.}
Kleie [v] (die ~)
kletsen, lullen, meieren, ouwehoeren, snateren, wauwelen, zemelen {ww.}
schnattern
quatschen
sinnloses Zeug reden
Stuß reden
dummes Zeug reden

wij zemelen
jullie zemelen
zij zemelen

wir schnattern
ihr schnattert
sie schnattern
» meer vervoegingen van schnattern



Gerelateerd aan zemelen

kletsen - lullen - meieren - ouwehoeren - snateren - wauwelen