Vertaling van zetel

Inhoud:

Nederlands
Duits
zetel [m] {zn.}
Sessel [m] (der ~)
lokaliteit [v], oord, plaats [v], ruimte, zetel [m] {zn.}
Stelle [v] (die ~)
Platz [m] (der ~)
Terrain [o] (das ~)
Stätte [v] (die ~)
Ort [m] (der ~)
Fleck [m] (der ~)
Is er ruimte voor nog iemand?
Ist da noch Platz für eine weitere Person?
Er is hier niet genoeg ruimte voor veertig mensen.
Es ist hier nicht genug Platz für vierzig Leute.
stoel [m], zetel [m] {zn.}
Stuhl [m] (der ~)
Neem de andere stoel!
Nimm den anderen Stuhl!
Deze stoel is lelijk.
Dieser Stuhl ist hässlich.


Gerelateerd aan zetel

lokaliteit - oord - plaats - ruimte - stoel