Vertaling van zichten

Inhoud:

Nederlands
Duits
maaien, zichten {ww.}
mähen
dahinraffen
wegraffen
niedermähen
absensen
abmähen

wij zichten
jullie zichten
zij zichten

wir mähen
ihr mäht
sie mähen
» meer vervoegingen van mähen

Mijn moeder vertelde me het gras te maaien.
Meine Mutter hat mir gesagt, dass ich den Rasen mähen soll.
zicht (mv. zichten), gezicht [o], gezichtsvermogen {zn.}
Gesicht [o] (das ~)
Sehen
Sicht [v] (die ~)
Aussehen [o] (das ~)
Was je gezicht.
Wasch dir das Gesicht.
Je gezicht is bleek.
Du bist ganz bleich im Gesicht.


Gerelateerd aan zichten

maaien - zicht - gezicht - gezichtsvermogen