Vertaling van zoeken
Inhoud:
Nederlands
Duits
moeite doen, pogen, streven, trachten, zich beijveren, zoeken {ww.}
sich anstrengen
sich bemühen
trachten nach
sich bemühen
trachten nach
snorren, zoeken, opzoeken, uitkijken, uitzien {ww.}
suchen
ausschauen
aufsuchen
ausschauen nach
ausschauen
aufsuchen
ausschauen nach
wij zoeken
jullie zoeken
zij zoeken
wir suchen
ihr sucht
sie suchen
» meer vervoegingen van suchen
Ik moet naar mijn pen zoeken.
Ich muss meinen Stift suchen.
Wat heeft deze stoel hier te zoeken?
Was hat der Stuhl hier zu suchen?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Ik moet naar mijn pen zoeken.
Ich muss meinen Stift suchen.
Ik ben een baan aan het zoeken.
Ich suche Arbeit.
Je bent je sleutel aan het zoeken.
Du suchst deinen Schlüssel.
Wat heeft deze stoel hier te zoeken?
Was hat der Stuhl hier zu suchen?
Ik was je aan het zoeken.
Ich war am Suchen nach dir.
Je kunt evengoed een naald in een hooiberg zoeken.
Das ist, wie eine Nadel im Heuhaufen zu suchen.
Geloof hen die waarheid zoeken, pas op voor wie haar vinden.
Glaube denen, die die Wahrheit suchen, hüte dich vor denen, die sie finden.
Ik ging de stad in om een goed restaurant te zoeken.
Ich ging in die Stadt um ein gutes Restaurant zu suchen.