Vertaling van zoeten
Inhoud:
Nederlands
Duits
zoeten {ww.}
versüßen
süßen
süßen
wij zoeten
jullie zoeten
zij zoeten
wir versüßen
ihr versüßt
sie versüßen
» meer vervoegingen van versüßen
boenen, poetsen, polijsten, schuren, wrijven, zoeten {ww.}
polieren
glätten
glätten
wij zoeten
jullie zoeten
zij zoeten
wir polieren
ihr poliert
sie polieren
» meer vervoegingen van polieren