Vertaling van zwaar
Inhoud:
Nederlands
Duits
lastig, moeilijk, zwaar {bw.}
schwer
schwierig
schwierig
laag, zwaar {bn.}
tief
Baß-
Baß-
moeilijk, lastig, slim, zwaar {bn.}
schwer
schwierig
schwierig
belangrijk, erg, ernstig, voornaam, zwaar, zwaarwichtig {bn.}
arg
bedeutend
bedeutsam
beträchtlich
erheblich
ernst
wichtig
gewichtig
schwerwiegend
schwer
bedeutend
bedeutsam
beträchtlich
erheblich
ernst
wichtig
gewichtig
schwerwiegend
schwer
fiks, geducht, krachtig, sterk, straf, zwaar {bn.}
kräftig
stark
stämmig
heftig
schwer
lebhaft
fest
haltbar
wiederstandsfähig
stark
stämmig
heftig
schwer
lebhaft
fest
haltbar
wiederstandsfähig
bar, duchtig, hard, straf, streng, zwaar {bn.}
streng
inspannend, zwaar {bn.}
anstrengend
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Dit boek is zwaar.
Dieses Buch ist schwer.
Deze tafel is zwaar.
Dieser Tisch ist schwer.
Ik ben thuis gebleven, omdat ik zwaar verkouden was.
Ich bin wegen einer schlimmen Erkältung zu Hause geblieben.