Vertaling van zwellen

Inhoud:

Nederlands
Duits
opzetten, rijzen, uitdijen, zwellen, opzwellen {ww.}
strotzen
schwellen

wij zwellen
jullie zwellen
zij zwellen

wir strotzen
ihr strotzt
sie strotzen
» meer vervoegingen van strotzen



Gerelateerd aan zwellen

opzetten - rijzen - uitdijen - opzwellen