Vertaling van zweren

Inhoud:

Nederlands
Duits
een eed afleggen, zweren {ww.}
schwören
beschwören
beeidigen

zij zweren

sie schwören
» meer vervoegingen van schwören

etteren, zweren {ww.}
eitern

zij zweren

sie eitern
» meer vervoegingen van eitern

zweer [m] (de ~), verzwering, abces [o], etterbuil [v], ettergezwel [o] {zn.}
Eiterbeule [v] (die ~)
Eitergeschwür [o] (das ~)
Abszeß [m] (der ~)
zweer (mv. zweren) {zn.}
Geschwür [o] (das ~)


Gerelateerd aan zweren

een eed afleggen - etteren - zweer - verzwering - abces - etterbuil - ettergezwelabces