Vertaling van <kruisen
Inhoud:
Nederlands
Engels
kruisen, kruisigen {ww.}
to crucify
wij kruisen
jullie kruisen
zij kruisen
we crucify
you crucify
they crucify
» meer vervoegingen van to crucify
wij kruisen
jullie kruisen
zij kruisen
we cross
you cross
they cross
» meer vervoegingen van to cross
Het schip zal vannacht de evenaar kruisen.
The ship will cross the equator tonight.
aankruisen, aanstrepen {ww.}
to check off
to tick off
to tick off
wij kruisen aan
kruisen, {ww.}
to cruise
wij kruisen
jullie kruisen
zij kruisen
we cruise
you cruise
they cruise
» meer vervoegingen van to cruise
aankruisen {ww.}
to check off
to mark with a cross
to put a cross against
to tick off
to mark with a cross
to put a cross against
to tick off
wij kruisen aan
ontmoeten, kruisen, snijden {ww.}
to cross
to intersect
to intersect
kruisen, schranken {ww.}
to slide down
to slump
to sink
to slump
to sink
kruisen {ww.}
to cruise
laveren, kruisen {ww.}
to pilot
to navigate
to navigate
kruis , munt {zn.}
tail
verhogingsteken, kruis {zn.}
sharp
kruisteken, kruis {zn.}
sign of the cross
genitaliën , kruis {zn.}
crotch
genital organ
genitalia
genitals
private parts
privates
genital organ
genitalia
genitals
private parts
privates
hybridiseren, kruisen {ww.}
to cross
to crossbreed
to hybridise
to hybridize
to interbreed
to crossbreed
to hybridise
to hybridize
to interbreed
bezoeking , marteling, kruis , kruisweg , beproeving {zn.}
trial
tribulation
visitation
tribulation
visitation
kruisen {ww.}
to cruise
kruis {zn.}
cross
Ze schonken geld aan het Rode Kruis.
They donated money to the Red Cross.
Zij deed veel vrijwilligerswerk voor het Rode Kruis.
She did a lot of voluntary work for the Red Cross.