Vertaling van <ruit
Inhoud:
Nederlands
Engels
Hij leegde zijn glas.
He emptied his glass.
Ik heb een glas gebroken.
I broke a glass.
ruit {zn.}
rhombus
rhomb
rhomb
ruit {zn.}
meadow-rue
agiteren, ophitsen, opruien, opstoken, opwinden, schudden {ww.}
jij ruit op
hij/zij/het ruit op
you arouse
he/she/it arouses
» meer vervoegingen van to arouse
ruit {zn.}
rue
ruta graveolens
herb of grace
ruta graveolens
herb of grace
rombus, ruit {zn.}
rhomb
rhombus
diamond
rhombus
diamond
ruit , ruitje {zn.}
windowpane
window
window
opstoken, aanhitsen, aanstoken, ophitsen, opruien, opruiend, opzetten {ww.}
to incite
to instigate
to set off
to stir up
to instigate
to set off
to stir up
jij ruit op
hij/zij/het ruit op
you incite
he/she/it incites
» meer vervoegingen van to incite