Vertaling van -wezen
to resend
to send back
wij wezen terug
jullie wezen terug
zij wezen terug
we relayed
you relayed
they relayed
» meer vervoegingen van to relay
wij wezen terecht
jullie wezen terecht
zij wezen terecht
we blamed
you blamed
they blamed
» meer vervoegingen van to blame
wij wezen uit
jullie wezen uit
zij wezen uit
we proved
you proved
they proved
» meer vervoegingen van to prove
wij wezen
jullie wezen
zij wezen
we showed
you showed
they showed
» meer vervoegingen van to show
wij wezen af
jullie wezen af
zij wezen af
we rejected
you rejected
they rejected
» meer vervoegingen van to reject
wij wezen toe
jullie wezen toe
zij wezen toe
we assigned
you assigned
they assigned
» meer vervoegingen van to assign
wij wezen toe
jullie wezen toe
zij wezen toe
we adjudged
you adjudged
they adjudged
» meer vervoegingen van to adjudge
wij wezen af
jullie wezen af
zij wezen af
we aborted
you aborted
they aborted
» meer vervoegingen van to abort
wij wezen aan
jullie wezen aan
zij wezen aan
we indicated
you indicated
they indicated
» meer vervoegingen van to indicate
to banish
to expel
to drive out
wij wezen uit
jullie wezen uit
zij wezen uit
we ousted
you ousted
they ousted
» meer vervoegingen van to oust
wij wezen af
jullie wezen af
zij wezen af
we refused
you refused
they refused
» meer vervoegingen van to refuse
Voorbeelden in zinsverband
Ik ben vandaag bloed wezen geven.
I went to donate blood today.
De oorlog is in wezen voorbij.
The war is essentially over.