Vertaling van Bazel

Inhoud:

Nederlands
Engels
Bazel [o] {zn.}
basle
basel
Basle
bale
Basel
bazelen, kolderen, raaskallen {ww.}
to twaddle 
to drivel 

ik bazel

I twaddle
» meer vervoegingen van to twaddle

bazelen, keutelen, dazen, ijlen, leuteren, lullen, o.h.-en, ohaën, ouwehoeren, raaskallen, razen, wauwelen, zwammen, zwetsen, kletsen, fantaseren {ww.}
to twaddle
to tattle
to tittle-tattle
to prate
to prattle
to palaver
to piffle
to gibber
to maunder
to gabble
to clack
to chatter
to blabber
to blab

ik bazel

I twaddle
» meer vervoegingen van to twaddle



Gerelateerd aan Bazel

bazelen - kolderen - raaskallen - keutelen - dazen - ijlen - leuteren - lullen - o.h.-en - ohaën - ouwehoeren - razen - wauwelen - zwammen - zwetsen