Vertaling van Boer
Boer
to belch
ik boer
I belch
» meer vervoegingen van to belch
to grow
to produce
to farm
ik boer
I raise
» meer vervoegingen van to raise
to bubble
to burp
to eruct
ik boer
I belch
» meer vervoegingen van to belch
Voorbeelden in zinsverband
Mijn opa was boer.
My grandfather was a farmer.
Hij wilde boer worden.
He wanted to be a farmer.
Er was eens een arme boer in het dorp.
Once there was a poor farmer in the village.
Valt de boer dood van de tractor, staat aan de bosrand een reactor.
When the farmer drops dead off the tractor, then at the edge of the forest, there must be a reactor.
"Wat bedoel je?" vroeg Dima, maar liet een boer, want als hij stil zou blijven, zou deze zin te eenvoudig zijn.
"What do you mean?" Dima asked, but burped, for if he remained silent, this sentence would be too simple.