Vertaling van Jan

Inhoud:

Nederlands
Engels
Johan, Johannes, Hans [m], Jan, Jannes, Janus {eigenn.}
John


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

De hand van Jan is rein.

John's hand is clean.

Het lijkt hier wel een huishouden van Jan Steen.

It looks like a pigsty in here.

Op een mooie lentedag, toen Jan in de zandbak in de achtertuin aan het graven was, vond hij een klein doosje. In het doosje zat een blinkende stiletto met een geheimzinnig opschrift.

On a nice spring day, when Jan was digging in the sandbox in the backyard, he found a small box. In the box was a shining switchblade with a mysterious inscription.


Gerelateerd aan Jan

Johan - Johannes - Hans - Jannes - Janus