Vertaling van Schoten

Inhoud:

Nederlands
Engels
Schoten {eigenn.}
Scott
paffen, schieten, vuren {ww.}
to shoot 
to fire 

wij schoten
jullie schoten
zij schoten

we shot
you shot
they shot
» meer vervoegingen van to shoot

Hij was bang dat je op hem ging schieten.
He was scared you would shoot him.
baarmoeder [m] (de ~), moederschoot, schoot [m] (de ~), uterus [m] (de ~) {zn.}
womb
uterus
schoot [m] (de ~) {zn.}
lap covering
lap
toevluchtsoord [o] (het ~), haven, schuilplaats, vluchthaven [m] (de ~), vluchtoord, vluchtplaats, wijkplaats, schoot [m] (de ~) {zn.}
retreat
hideaway
schoot [m] (de ~) {zn.}
lap
schort [m] (de/het ~), schoot [m] (de ~) {zn.}
apron
schot [o] (het ~) {zn.}
shot
schot [o] (het ~) {zn.}
shot
shooting
schieten, flitsen, afschieten {ww.}
to go
to move
to run

wij schoten
jullie schoten
zij schoten

we went
you went
they went
» meer vervoegingen van to go

afdrukken, vuren, schieten, paffen, knallen {ww.}
to discharge
to fire

wij schoten
jullie schoten
zij schoten

we discharged
you discharged
they discharged
» meer vervoegingen van to discharge

schieten {ww.}
to drop

wij schoten
jullie schoten
zij schoten

we dropped
you dropped
they dropped
» meer vervoegingen van to drop

schieten {ww.}
to kick

wij schoten
jullie schoten
zij schoten

we kicked
you kicked
they kicked
» meer vervoegingen van to kick

uitlopen, uitschieten, schieten {ww.}
to bourgeon
to burgeon forth
to germinate
to pullulate
to shoot
to sprout
to spud

wij schoten
jullie schoten
zij schoten

we germinated
you germinated
they germinated
» meer vervoegingen van to germinate