Vertaling van aanblazen

Inhoud:

Nederlands
Engels
aanblazen {ww.}
to blow 
to fan

ik zal aanblazen
jij zult aanblazen
hij/zij/het zal aanblazen

I will blow
you will blow
he/she/it will blow
» meer vervoegingen van to blow

aanblazen {ww.}
to inflame

ik zal aanblazen
jij zult aanblazen
hij/zij/het zal aanblazen

I will inflame
you will inflame
he/she/it will inflame
» meer vervoegingen van to inflame

aanblazen, aspireren {ww.}
to aspirate

ik zal aanblazen
jij zult aanblazen
hij/zij/het zal aanblazen

I will aspirate
you will aspirate
he/she/it will aspirate
» meer vervoegingen van to aspirate



Gerelateerd aan aanblazen

aspirerenaanjagen - blazen - uitspreken