Vertaling van aanbreken
Inhoud:
Nederlands
Engels
aanbreken {ww.}
to broach
to cut into
to break into
to cut into
to break into
ik zal aanbreken
jij zult aanbreken
hij/zij/het zal aanbreken
I will broach
you will broach
he/she/it will broach
» meer vervoegingen van to broach
ik zal aanbreken
jij zult aanbreken
hij/zij/het zal aanbreken
I will begin
you will begin
he/she/it will begin
» meer vervoegingen van to begin
Laten we beginnen.
Let's begin!
We kunnen vanavond beginnen.
We can begin tonight.
aanbreken, dagen, komen, aankondigen {ww.}
to dawn
ik zal aanbreken
jij zult aanbreken
hij/zij/het zal aanbreken
I will dawn
you will dawn
he/she/it will dawn
» meer vervoegingen van to dawn
aanbreken {ww.}
to put
to assign
to assign
ik zal aanbreken
jij zult aanbreken
hij/zij/het zal aanbreken
I will put
you will put
he/she/it will put
» meer vervoegingen van to put