Vertaling van aangrenzend
Inhoud:
Nederlands
Engels
aangrenzend, aanliggend, annex {bn.}
adjacent
adjoining
attached
adjoining
attached
aangrenzend, aangelegen, aanliggend, appositioneel, contigu, naastgelegen, nevenliggend {bn.}
coextensive
conterminous
coterminous
conterminous
coterminous