Vertaling van aanharken

Inhoud:

Nederlands
Engels
harken, aanharken, opharken, uitkammen {ww.}
to rake 

ik zal aanharken
jij zult aanharken
hij/zij/het zal aanharken

I will rake
you will rake
he/she/it will rake
» meer vervoegingen van to rake

harken, aanharken, bijharken, opharken {ww.}
to rake up


Gerelateerd aan aanharken

harken - opharken - uitkammen - bijharkenbewerken