Vertaling van aankomen
ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
I will gain
you will gain
he/she/it will gain
» meer vervoegingen van to gain
ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
I will touch
you will touch
he/she/it will touch
» meer vervoegingen van to touch
ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
I will arrive
you will arrive
he/she/it will arrive
» meer vervoegingen van to arrive
ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
I will touch
you will touch
he/she/it will touch
» meer vervoegingen van to touch
to bring forward
to strike a chord
to strike a note
to hit home
to get
to arrive
ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
I will come
you will come
he/she/it will come
» meer vervoegingen van to come
to gain
ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
I will gain
you will gain
he/she/it will gain
» meer vervoegingen van to gain
to come to
to concern
to have-to doe with
to pertain
to refer
to relate
to touch
to touch on
ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
I will concern
you will concern
he/she/it will concern
» meer vervoegingen van to concern
ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
I will depend
you will depend
he/she/it will depend
» meer vervoegingen van to depend
to come near
to come on
to draw close
to draw near
to go up
to near
ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
I will approach
you will approach
he/she/it will approach
» meer vervoegingen van to approach
Voorbeelden in zinsverband
De brief zal morgen aankomen.
The letter will arrive tomorrow.
Ik wil weten wanneer mijn bagage zal aankomen.
I want to know when my baggage is going to arrive.
Door de storm zijn we niet op de voorziene tijd kunnen aankomen.
Because of the storm, we weren't able to arrive at the appointed time.