Vertaling van aanlopen

Inhoud:

Nederlands
Engels
aanlopen, opduikelen, stuiten, aantreffen, tegenkomen, opdiepen, opduiken {ww.}
to strike
to happen upon
to light upon
to discover
to fall upon
to come upon
to come across
to chance upon
to chance on
to attain

ik zal aanlopen
jij zult aanlopen
hij/zij/het zal aanlopen

I will strike
you will strike
he/she/it will strike
» meer vervoegingen van to strike

aanloop (mv. aanlopen) [m] {zn.}
run 
langsgaan, aanwippen, afkomen, binnenwippen, aangaan, langskomen, aanlopen, passeren, langslopen {ww.}
to call in
to visit
to call

ik zal aanlopen
jij zult aanlopen
hij/zij/het zal aanlopen

I will visit
you will visit
he/she/it will visit
» meer vervoegingen van to visit

oplopen, aanlopen {ww.}
to scratch
to rub
to fray
to fret
to chafe

ik zal aanlopen
jij zult aanlopen
hij/zij/het zal aanlopen

I will rub
you will rub
he/she/it will rub
» meer vervoegingen van to rub

aanloop [m] (de ~) {zn.}
wrangle
words
run-in
row
quarrel
dustup
inleiding [v] (de ~), aanloop (mv. aanlopen), introductie [v] (de ~), preambule [m] (de ~) {zn.}
preface
prolusion
foreword
aanloop (mv. aanlopen) [m] (de ~) {zn.}
trade
patronage