Vertaling van aanpoten
Inhoud:
Nederlands
Engels
ik zal aanpoten
jij zult aanpoten
hij/zij/het zal aanpoten
I will toil
you will toil
he/she/it will toil
» meer vervoegingen van to toil
aanpoten {ww.}
to plant
to implant
to implant
ik zal aanpoten
jij zult aanpoten
hij/zij/het zal aanpoten
I will plant
you will plant
he/she/it will plant
» meer vervoegingen van to plant
doorwerken, aanpezen, doorzwoegen, aanpoten {ww.}
to slog
to plug away
to keep one's shoulder to the wheel
to peg away
to keep one's nose to the grindstone
to plug away
to keep one's shoulder to the wheel
to peg away
to keep one's nose to the grindstone