Vertaling van aanrijgen

Inhoud:

Nederlands

Engels

aanrijgen, dichtrijgen, vastrijgen {ww.}

to lace

ik zal aanrijgen
jij zult aanrijgen
hij/zij/het zal aanrijgen

I will lace
you will lace
he/she/it will lace
» meer vervoegingen van to lace

aanrijgen {ww.}

to thread

ik zal aanrijgen
jij zult aanrijgen
hij/zij/het zal aanrijgen

I will thread
you will thread
he/she/it will thread
» meer vervoegingen van to thread

rijgen, aanrijgen {ww.}

to tack
to baste

ik zal aanrijgen
jij zult aanrijgen
hij/zij/het zal aanrijgen

I will tack
you will tack
he/she/it will tack
» meer vervoegingen van to tack

rijgen, aanrijgen, vastrijgen {ww.}

to lace up
to lace

ik zal aanrijgen
jij zult aanrijgen
hij/zij/het zal aanrijgen

I will lace
you will lace
he/she/it will lace
» meer vervoegingen van to lace