Vertaling van aansturen
Inhoud:
Nederlands
Engels
besturen, de scepter zwaaien, heersen, regeren, aansturen {ww.}
ik zal aansturen
jij zult aansturen
hij/zij/het zal aansturen
I will reign
you will reign
he/she/it will reign
» meer vervoegingen van to reign
aansturen {ww.}
to target
to point
to direct
to place
to aim
to point
to direct
to place
to aim
ik zal aansturen
jij zult aansturen
hij/zij/het zal aansturen
I will target
you will target
he/she/it will target
» meer vervoegingen van to target
aansturen {ww.}
to get at
to access
to access