Vertaling van aantreffen
Inhoud:
Nederlands
Engels
aantreffen, ontmoeten, tegemoet treden, tegenkomen, treffen {ww.}
ik zal aantreffen
jij zult aantreffen
hij/zij/het zal aantreffen
I will meet
you will meet
he/she/it will meet
» meer vervoegingen van to meet
Ik wil Tom graag ontmoeten.
I'd like to meet Tom.
Uiteindelijk zullen we elkaar vandaag ontmoeten.
We will eventually meet today.
aantreffen, treffen, tegenkomen, ontmoeten {ww.}
to meet
to see
to run into
to run across
to encounter
to come across
to see
to run into
to run across
to encounter
to come across
ik zal aantreffen
jij zult aantreffen
hij/zij/het zal aantreffen
I will meet
you will meet
he/she/it will meet
» meer vervoegingen van to meet
Iedereen wil je ontmoeten, je bent beroemd!
Everyone wants to meet you. You're famous!
Laten we elkaar ontmoeten voor het theater.
Let's meet in front of the theater.
ik zal aantreffen
jij zult aantreffen
hij/zij/het zal aantreffen
I will find
you will find
he/she/it will find
» meer vervoegingen van to find
Kan je het vinden?
Can you find it?
Ik moet het vinden.
I must find it.
aanlopen, opduikelen, stuiten, aantreffen, tegenkomen, opdiepen, opduiken {ww.}
to strike
to happen upon
to light upon
to discover
to fall upon
to come upon
to come across
to chance upon
to chance on
to attain
to happen upon
to light upon
to discover
to fall upon
to come upon
to come across
to chance upon
to chance on
to attain
ik zal aantreffen
jij zult aantreffen
hij/zij/het zal aantreffen
I will strike
you will strike
he/she/it will strike
» meer vervoegingen van to strike