Vertaling van aanwenden

Inhoud:

Nederlands
Engels
aanwenden, benutten, gebruiken {ww.}
to use 
to turn to account
to make use of
to employ 

ik zal aanwenden
jij zult aanwenden
hij/zij/het zal aanwenden

I will use
you will use
he/she/it will use
» meer vervoegingen van to use

Mag ik dit gebruiken?
May I use this?
Mag ik dit potlood gebruiken?
May I use this pencil?
aanwenden, doorvoeren, in toepassing brengen, toepassen {ww.}
to practice 
to administer
to apply 

ik zal aanwenden
jij zult aanwenden
hij/zij/het zal aanwenden

I will practice
you will practice
he/she/it will practice
» meer vervoegingen van to practice

aanwenden, bezigen, nemen, gebruiken, pakken, toepassen {ww.}
to use
to utilize
to utilise
to employ
to apply

ik zal aanwenden
jij zult aanwenden
hij/zij/het zal aanwenden

I will use
you will use
he/she/it will use
» meer vervoegingen van to use

Mag ik deze fiets gebruiken?
Can I use this bike?
Mag ik jouw potlood gebruiken?
Can I use your pencil?


Gerelateerd aan aanwenden

benutten - gebruiken - doorvoeren - in toepassing brengen - toepassen - bezigen - nemen - pakkenverrichten