Vertaling van aanwezigheid

Inhoud:

Nederlands
Engels
aanwezigheid [v], bijzijn [o], presentie [v], tegenwoordigheid [v] {zn.}
presence 
attendance
Hij merkte mijn aanwezigheid op.
He noticed my presence.
aanwezigheid, beschikbaarheid [v] (de ~) {zn.}
handiness
availability
availableness
accessibility
aanwezigheid [v] (de ~), bijzijn [o] (het ~), presentie [v] (de ~), tegenwoordigheid [v] (de ~) {zn.}
presence


Gerelateerd aan aanwezigheid

bijzijn - presentie - tegenwoordigheid - beschikbaarheidmogelijkheid - toestand