Vertaling van afbetalen
Inhoud:
Nederlands
Engels
afbetalen {ww.}
to pay off
afbetalen {ww.}
to pay on account
afbetalen {ww.}
to pay
ik zal afbetalen
jij zult afbetalen
hij/zij/het zal afbetalen
I will pay
you will pay
he/she/it will pay
» meer vervoegingen van to pay
afbetalen, vereffenen, verrekenen, voldaan, voldoen, afdoen, afrekenen {ww.}
to pay
ik zal afbetalen
jij zult afbetalen
hij/zij/het zal afbetalen
I will pay
you will pay
he/she/it will pay
» meer vervoegingen van to pay
ik zal afbetalen
jij zult afbetalen
hij/zij/het zal afbetalen
I will deaden
you will deaden
he/she/it will deaden
» meer vervoegingen van to deaden