Vertaling van afdanken
Inhoud:
Nederlands
Engels
afdanken, afmonsteren, ontslaan {ww.}
ik zal afdanken
jij zult afdanken
hij/zij/het zal afdanken
I will fire
you will fire
he/she/it will fire
» meer vervoegingen van to fire
Ze moesten driehonderd mannen ontslaan in de fabriek.
They had to fire 300 men at the factory.
afdanken {ww.}
to discard
ik zal afdanken
jij zult afdanken
hij/zij/het zal afdanken
I will discard
you will discard
he/she/it will discard
» meer vervoegingen van to discard
afdanken {ww.}
to throw off
to throw
to throw away
to shed
to shake off
to drop
to cast off
to cast
to throw
to throw away
to shed
to shake off
to drop
to cast off
to cast
ik zal afdanken
jij zult afdanken
hij/zij/het zal afdanken
I will throw
you will throw
he/she/it will throw
» meer vervoegingen van to throw