Vertaling van afgepast
Inhoud:
Nederlands
Engels
afgepast, formeel, onpersoonlijk, opgeprikt, stijfjes, afgemeten, stijf, vormelijk {bn.}
formal
afpassen {ww.}
to pace
ik heb afgepast
jij hebt afgepast
hij/zij/het heeft afgepast
I have paced
you have paced
he/she/it has paced
» meer vervoegingen van to pace
afmeten, afpassen {ww.}
to measure out
to mensurate
to measure
to mensurate
to measure
ik heb afgepast
jij hebt afgepast
hij/zij/het heeft afgepast
I have measured
you have measured
he/she/it has measured
» meer vervoegingen van to measure