Vertaling van afgesloten

Inhoud:

Nederlands

Engels

afgesloten, op slot {bn.}

locked

afgesloten, ongeopend, dicht, gesloten {bn.}

closed

afgesloten {bn.}

closed

afmaken, afsluiten, beëindigen, besluiten, uitmaken, voleindigen {ww.}

to finish
to end
to conclude
to terminate

ik heb afgesloten
jij hebt afgesloten
hij/zij/het heeft afgesloten

I have finished
you have finished
he/she/it has finished
» meer vervoegingen van to finish

Ik zal dit werk op een of andere manier afmaken.

I will finish this work somehow.

Ik stelde voor de vergadering te beëindigen.

I suggested that we end the meeting.

afsluiten, vullen {ww.}

to obturate
to seal

afsluiten, salderen, vereffenen {ww.}

to balance

ik heb afgesloten
jij hebt afgesloten
hij/zij/het heeft afgesloten

I have balanced
you have balanced
he/she/it has balanced
» meer vervoegingen van to balance

op slot doen, sluiten, afsluiten {ww.}

to lock up
to lock

ik heb afgesloten
jij hebt afgesloten
hij/zij/het heeft afgesloten

I have locked
you have locked
he/she/it has locked
» meer vervoegingen van to lock

afdammen, afsluiten, belemmeren, stuwen, versperren {ww.}

to stem
to block
to exclude
to dam
to obstruct
to bar

ik heb afgesloten
jij hebt afgesloten
hij/zij/het heeft afgesloten

I have stemmed
you have stemmed
he/she/it has stemmed
» meer vervoegingen van to stem

aangaan, afsluiten, contracteren {ww.}

to enter into a contract
to make a contract

afsluiten, omheinen, omsluiten {ww.}

to fence
to fence off

ik heb afgesloten
jij hebt afgesloten
hij/zij/het heeft afgesloten

I have fenced
you have fenced
he/she/it has fenced
» meer vervoegingen van to fence