Vertaling van afhandelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
afhandelen, beslechten {ww.}
to settle 
to conclude 
to dispatch
to compose 

ik zal afhandelen
jij zult afhandelen
hij/zij/het zal afhandelen

I will settle
you will settle
he/she/it will settle
» meer vervoegingen van to settle

afdoen, afhandelen, afwikkelen {ww.}
to settle 
to finish 
to dispatch
to expedite
to conclude 

ik zal afhandelen
jij zult afhandelen
hij/zij/het zal afhandelen

I will settle
you will settle
he/she/it will settle
» meer vervoegingen van to settle

afhandelen, afdoen, afwerken, afwikkelen {ww.}
to settle
to finalize
to nail down
to finalise

ik zal afhandelen
jij zult afhandelen
hij/zij/het zal afhandelen

I will settle
you will settle
he/she/it will settle
» meer vervoegingen van to settle



Gerelateerd aan afhandelen

beslechten - afdoen - afwikkelen - afwerkenbehandelen