Vertaling van afkrijgen
Inhoud:
Nederlands
Engels
afkrijgen {ww.}
to get finished
afmaken, klaarkrijgen, voleinden, voleindigen, voltooien, volbrengen, afkrijgen, afronden {ww.}
to finish
to complete
to complete
ik zal afkrijgen
jij zult afkrijgen
hij/zij/het zal afkrijgen
I will finish
you will finish
he/she/it will finish
» meer vervoegingen van to finish
Ik zal dit werk op een of andere manier afmaken.
I will finish this work somehow.
Zonder haar hulp kon ik mijn opdracht niet volbrengen.
Without her help, I could not finish my task.