Vertaling van afsabbelen
Inhoud:
Nederlands
Engels
lurken, afsabbelen {ww.}
to masticate
to jaw
to manducate
to chew
to jaw
to manducate
to chew
ik zal afsabbelen
jij zult afsabbelen
hij/zij/het zal afsabbelen
I will masticate
you will masticate
he/she/it will masticate
» meer vervoegingen van to masticate