Vertaling van afsjouwen
Inhoud:
Nederlands
Engels
afsjouwen {ww.}
to trudge
to tramp
to slog
to plod
to pad
to footslog
to tramp
to slog
to plod
to pad
to footslog
ik zal afsjouwen
jij zult afsjouwen
hij/zij/het zal afsjouwen
I will trudge
you will trudge
he/she/it will trudge
» meer vervoegingen van to trudge
afsjouwen {ww.}
to toil
to travail
to labour
to moil
to labor
to grind
to fag
to drudge
to dig
to travail
to labour
to moil
to labor
to grind
to fag
to drudge
to dig
ik zal afsjouwen
jij zult afsjouwen
hij/zij/het zal afsjouwen
I will toil
you will toil
he/she/it will toil
» meer vervoegingen van to toil
afsjouwen {ww.}
to transport
to carry
to carry
ik zal afsjouwen
jij zult afsjouwen
hij/zij/het zal afsjouwen
I will transport
you will transport
he/she/it will transport
» meer vervoegingen van to transport