Vertaling van afslaan

Inhoud:

Nederlands
Engels
afslaan {ww.}
to diverge 
to turn 

ik zal afslaan
jij zult afslaan
hij/zij/het zal afslaan

I will diverge
you will diverge
he/she/it will diverge
» meer vervoegingen van to diverge

afslaan, afwijken {ww.}
to aberrate
to deviate
to turn 

ik zal afslaan
jij zult afslaan
hij/zij/het zal afslaan

I will deviate
you will deviate
he/she/it will deviate
» meer vervoegingen van to deviate

afslaan, blijven staan, halt houden, stilhouden, stilstaan, stoppen {ww.}
to stop 
to stall
to halt
to come to a halt

ik zal afslaan
jij zult afslaan
hij/zij/het zal afslaan

I will stop
you will stop
he/she/it will stop
» meer vervoegingen van to stop

Je moet stoppen met drinken.
You should stop drinking.
Ik kon Tom niet stoppen.
I couldn't stop Tom.
afslaan {ww.}
to obliterate 
to destroy 
to knock off
to strike off
to beat off

ik zal afslaan
jij zult afslaan
hij/zij/het zal afslaan

I will obliterate
you will obliterate
he/she/it will obliterate
» meer vervoegingen van to obliterate

afslaan, aftrekken, korten, korting geven {ww.}
to allow 
to rebate
to reduce 
to discount 

ik zal afslaan
jij zult afslaan
hij/zij/het zal afslaan

I will allow
you will allow
he/she/it will allow
» meer vervoegingen van to allow

afslaan, pareren, terugslaan, terugstoten {ww.}
to rebat
to refute 
to reduce the price

ik zal afslaan
jij zult afslaan
hij/zij/het zal afslaan

I will refute
you will refute
he/she/it will refute
» meer vervoegingen van to refute

afslaan, afwijzen, verwerpen, weigeren, wraken, nee zeggen tegen {ww.}
to disavow 
to disallow
to dismiss
to shun
to reject 

ik zal afslaan
jij zult afslaan
hij/zij/het zal afslaan

I will disavow
you will disavow
he/she/it will disavow
» meer vervoegingen van to disavow

afslaan, dalen, teruglopen {ww.}
to go down