Vertaling van afstraffen

Inhoud:

Nederlands
Engels
afstraffen {ww.}
to correct 
to punish 
to chastise

ik zal afstraffen
jij zult afstraffen
hij/zij/het zal afstraffen

I will correct
you will correct
he/she/it will correct
» meer vervoegingen van to correct

afstraffen {ww.}
to tell off
to brush down
afstraffen {ww.}
to cash in on


Gerelateerd aan afstraffen

straffen - profiteren