Vertaling van afwas
Inhoud:
Nederlands
Engels
afwas {zn.}
washing-up
afwas , vaat {zn.}
washing-up
afwas {zn.}
washing-up
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Gewoonlijk doe ik de afwas.
I usually do the dishes.
Ik ben de afwas aan het doen.
I'm washing the dishes.
Na het avondeten deed ik de afwas.
I washed the dishes after supper.
Omdat jij hebt gekookt, zal ik de afwas doen.
Since you did the cooking, I'll do the dishes.
Omdat jij hebt gekookt, zal ik de afwas doen.
I'll do the dishes, since you’ve cooked.
Het is Mary's beurt om de afwas te doen.
It's Mary's turn to wash the dishes.