Vertaling van afwassen

Inhoud:

Nederlands

Engels

afwassen, wegspoelen {ww.}

to wash off

afwassen {ww.}

to wash up

afwassen {ww.}

to wash off

afwassen, de vaat doen, de vaat wassen, de afwas doen {ww.}

to do the dishes
to wash the dishes
to wash off
to wash up

Omdat jij hebt gekookt, zal ik de afwas doen.

I'll do the dishes, since you’ve cooked.

Omdat jij hebt gekookt, zal ik de afwas doen.

Since you did the cooking, I'll do the dishes.

afwassen {ww.}

to wash
to wash out
to wash off
to wash away

ik zal afwassen
jij zult afwassen
hij/zij/het zal afwassen

I will wash
you will wash
he/she/it will wash
» meer vervoegingen van to wash

Het meisje vond afwassen niet leuk, maar ze maakte er het beste van.

The girl did not like to wash dishes, but she made the best of it.

afwassen, afsoppen {ww.}

to wash
to wash out
to wash off
to wash away

ik zal afwassen
jij zult afwassen
hij/zij/het zal afwassen

I will wash
you will wash
he/she/it will wash
» meer vervoegingen van to wash