Vertaling van afzondering

Inhoud:

Nederlands
Engels
afzondering [v], isolement {zn.}
separation 
isolation
afzondering, isolatie [v] (de ~), isolering [v] (de ~) {zn.}
isolation
closing off
afscheuring, afzondering [v] (de ~), secessie, separatie [v] (de ~) {zn.}
split
schism
eenzaamheid [v] (de ~), afzondering, isolement [o] (het ~), teruggetrokkenheid {zn.}
solitariness
loneliness


Gerelateerd aan afzondering

isolement - isolatie - isolering - afscheuring - secessie - separatie - eenzaamheid - teruggetrokkenheidscheiding - toestand