Vertaling van alsof
as though
Voorbeelden in zinsverband
Het lijkt alsof het sneeuwt, hé?
Looks like it's snowing, eh?
Laten we doen alsof we soldaten zijn.
Let's pretend that we are soldiers.
Laten we doen alsof we vreemdelingen zijn.
Let's pretend we are aliens.
Ze deed alsof ze me niet hoorde.
She pretended not to hear me.
Laten we doen alsof we buitenlanders zijn.
Let's act like we're foreigners.
Hij deed alsof hij niet luisterde.
He pretended not to be listening.
Hij deed alsof hij een dokter was.
He pretended to be a doctor.
Je praat alsof je de baas bent.
You talk as if you were the boss.
John doet alsof hij Helens beschermer is.
John acts like Helen's guardian.
Die jongen praat alsof hij een volwassene is.
That boy speaks as if he were an adult.
Ze zag eruit alsof ze lange tijd ziek geweest was.
She looked as if she had been sick for a long time.
De jongen spreekt alsof hij een man is.
The boy talks as if he were a man.
Waarom doe je alsof je me niet kent?
Why are you pretending you don't know me?
Die jongen spreekt alsof hij een volwassene is.
That boy talks as if he were a grown up.
Ik herinner het mij alsof het gisteren was.
I remember it as if it were yesterday.