Vertaling van ameublement

Inhoud:

Nederlands
Engels
ameublement [o], huisraad, inboedel, meubilair, meubels {zn.}
furniture
In zijn kamer staan veel meubels.
There is a lot of furniture in his room.
Ik poetste de vloer en het meubilair op.
I polished up the floor and furniture.
ameublement [o] (het ~), meublement {zn.}
furnishing


Gerelateerd aan ameublement

huisraad - inboedel - meubilair - meubels - meublement