Vertaling van amice
Inhoud:
Nederlands
Engels
Hij is haar vriend.
He is her friend.
Hij is mijn vriend.
He is my friend.
vriend , amice, deelgenoot, gezel , kameraad , kompaan, kornuit , makker , vrind, maat , compagnon , vriendin , gabber {zn.}
friend
Je was mijn vriend.
You were my friend.
Mijn vriend leert Koreaans.
My friend studies Korean.