Vertaling van apodictisch

Inhoud:

Nederlands
Engels
apodictisch {bn.}
apodeictic
stellig, apodictisch, categoriek, categorisch, pertinent {bn.}
self-assured
self-confident
onweerlegbaar, apodictisch, indiscutabel, onbetwistbaar, onomstotelijk, ontegensprekelijk, ontegenzeglijk {bn.}
incontrovertible
irrefutable
positive