Vertaling van armzaligheid

Inhoud:

Nederlands
Engels
armoede [m] (de ~), armoe, armoedigheid, armzaligheid, behoeftigheid, gebrek [o] (het ~), nooddruft [m] (de ~), nood [m] (de ~) {zn.}
need
penury
pauperization
pauperism
indigence
Ik heb nood aan iemand om met te praten.
I need someone to talk with.


Gerelateerd aan armzaligheid

armoede - armoe - armoedigheid - behoeftigheid - gebrek - nooddruft - noodgebrek