Vertaling van autorijden
Inhoud:
Nederlands
Engels
autorijden, tuffen {ww.}
to drive
ik zal autorijden
jij zult autorijden
hij/zij/het zal autorijden
I will drive
you will drive
he/she/it will drive
» meer vervoegingen van to drive
Kunt u autorijden?
Can you drive a car?
Mijn broer kan autorijden.
My brother can drive a car.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Kunt u autorijden?
Can you drive a car?
Kun je autorijden?
Do you know how to drive a car?
Mijn broer kan autorijden.
My brother can drive a car.
Mijn vrouw kan slecht autorijden.
My wife is a poor driver.