Vertaling van baar

Inhoud:

Nederlands
Engels
baar [m], nieuweling [m] {zn.}
newcomer
baar [v], paal, pijp, roede, schacht, spijl, stang {zn.}
stave
spar
staff 
stake 
shaft
handle 
bar 
rod 
pole
baar, contant {bn.}
cash
in cash
ready 
baar [v], golf, gulp [v] {zn.}
wave 
baar [v], draagbaar [v] {zn.}
stretcher
platform
litter
baren, bevallen, het leven schenken, teweegbrengen, voortbrengen {ww.}
to give birth to
to bear 

ik baar

I bear
» meer vervoegingen van to bear

baren, bevallen {ww.}
to birth
to have
to give birth
to deliver
to bear

ik baar

I have
» meer vervoegingen van to have

Afgelopen week is ze bevallen van een mooie dochter.
Last week she gave birth to a beautiful daughter.


Gerelateerd aan baar

nieuweling - paal - pijp - roede - schacht - spijl - stang - contant - golf - gulp - draagbaar - baren - bevallen - het leven schenken - teweegbrengenuitpersen - voortbrengen