Vertaling van babysitter

Inhoud:

Nederlands
Engels
babysitter [m] {zn.}
babysitter
Hebben we voor vanavond een babysitter?
Do we have a babysitter for tonight?
babysit [m] (de ~), babysitter {zn.}
babysitter
sitter
baby-sitter
Ik heb geluk gehad dat ik er in geslaagd ben een goede babysit te vinden.
I was lucky that I was able to find a good babysitter.
kinderzitje, babysitter {zn.}
babysitter
sitter
baby-sitter


Gerelateerd aan babysitter

babysit - kinderzitjeoppas - zitje